In de moderne bedrijfsvoering hebben we het niet meer over werknemers, maar medewerkers. Dat is echter niet hetzelfde. Er bestaan essentiële verschillen. Niet alle medewerkers zijn werknemers en niet alle werknemers zijn medewerkers.
Om met het eerste te beginnen. Een eigenaar van een eenmanszaak, of een VOF is geen werknemer, maar juist werkgever. Hij werkt echter wel degelijk mee aan het resultaat, dus is hij wel een medewerker. Nu het omgekeerde. Welke werknemers zijn geen medewerkers? Wel als uitleg voor het woord “medewerker” hebben we net gekozen “iemand die mee werkt aan het resultaat van het bedrijf.” In principe behoren daar alle mensen onder te vallen die in het bedrijf werkzaam zijn. In de praktijk is dat echter vaak niet het geval, er zijn ook tegenwerkers. Zij dragen niet bij aan het resultaat, integendeel, ze doen er afbreuk aan. Dit kan bewust of onbewust zijn. Stel dat een werknemer een tegenstander is van het beleid in het bedrijf. Hij stribbelt niet alleen zelf tegen, maar probeert zoveel mogelijk medestanders voor zijn standpunt te krijgen. Hij zet mensen op tegen het bedrijf. Duidelijk een bewuste tegenwerker. Deze zijn soms moeilijk te herkennen, omdat ze hun werk grotendeels ondergronds doen.
Tegenwerkers zijn dus contraproductief en gevaarlijk voor een bedrijf. Ze tellen voor twee. Als er tien werknemers zijn, waarvan acht medewerkers en twee tegenwerkers, dan zijn er nog maar zes mensen effectief. Er zijn immers twee medewerkers nodig om de negatieve beweging van de tegenwerkers te compenseren. In dit voorbeeld werken de tegenwerkers welbewust tegen. Het kan echter ook onbewust zijn. Stel dat iemand zoveel fouten maakt, dat er voortdurend iemand anders bezig is om deze fouten weer goed te maken. Dan is het dus een tegenwerker. Iemand maakt fouten waardoor er orders verloren gaan. Een ander is weer veel tijd kwijt om nieuwe orders binnen te halen. Zo zijn er talloze voorbeelden van tegenwerkers. Zij kosten het bedrijf handen vol geld. Het is dus zaak om tegenwerkers snel op te sporen. Ze moeten beseffen dat ze tegenwerkers zijn en zichzelf snel omvormen tot medewerkers, anders moeten ze weg. Ik zeg hier bewust dat ze zichzelf om moeten vormen. Ga niet uit van de gedachte dat ze door anderen omgevormd moeten worden. Dat kan niet. Een veranderingsproces speelt zich altijd binnen iemand af. Een buitenstaander kan hulp bieden bij dat proces, maar kan het nooit van hem overnemen.
Tussen medewerkers en tegenwerkers zitten nog de werkers. Zij zijn werkzaam bij het bedrijf. Ze dragen niet bij aan het resultaat, maar werken het ook niet tegen. Dat zijn bijvoorbeeld mensen die druk en gewichtig doen, terwijl er niets uit hun handen komt. Ze maken geweldige plannen, maar het wordt nooit uitgevoerd. Ze zijn vaak alleraardigst, maar voegen niets toe. Ze zijn minder gevaarlijk dan de tegenwerkers. Ze richten immers geen schade aan. Ze zijn echter volstrekt overbodig. Zij moeten leren om een effectieve bijdrage te leveren, anders kunnen ze beter gaan. Het gevaar van deze werkers is dat ze voortdurend met anderen gaan overleggen over onbelangrijke dingen. Dan groeien ze uit tot tegenwerkers.
Tegenwerkers zijn dus contraproductief en gevaarlijk voor een bedrijf. Ze tellen voor twee. Als er tien werknemers zijn, waarvan acht medewerkers en twee tegenwerkers, dan zijn er nog maar zes mensen effectief. Er zijn immers twee medewerkers nodig om de negatieve beweging van de tegenwerkers te compenseren. In dit voorbeeld werken de tegenwerkers welbewust tegen. Het kan echter ook onbewust zijn. Stel dat iemand zoveel fouten maakt, dat er voortdurend iemand anders bezig is om deze fouten weer goed te maken. Dan is het dus een tegenwerker. Iemand maakt fouten waardoor er orders verloren gaan. Een ander is weer veel tijd kwijt om nieuwe orders binnen te halen. Zo zijn er talloze voorbeelden van tegenwerkers. Zij kosten het bedrijf handen vol geld. Het is dus zaak om tegenwerkers snel op te sporen. Ze moeten beseffen dat ze tegenwerkers zijn en zichzelf snel omvormen tot medewerkers, anders moeten ze weg. Ik zeg hier bewust dat ze zichzelf om moeten vormen. Ga niet uit van de gedachte dat ze door anderen omgevormd moeten worden. Dat kan niet. Een veranderingsproces speelt zich altijd binnen iemand af. Een buitenstaander kan hulp bieden bij dat proces, maar kan het nooit van hem overnemen.
Tussen medewerkers en tegenwerkers zitten nog de werkers. Zij zijn werkzaam bij het bedrijf. Ze dragen niet bij aan het resultaat, maar werken het ook niet tegen. Dat zijn bijvoorbeeld mensen die druk en gewichtig doen, terwijl er niets uit hun handen komt. Ze maken geweldige plannen, maar het wordt nooit uitgevoerd. Ze zijn vaak alleraardigst, maar voegen niets toe. Ze zijn minder gevaarlijk dan de tegenwerkers. Ze richten immers geen schade aan. Ze zijn echter volstrekt overbodig. Zij moeten leren om een effectieve bijdrage te leveren, anders kunnen ze beter gaan. Het gevaar van deze werkers is dat ze voortdurend met anderen gaan overleggen over onbelangrijke dingen. Dan groeien ze uit tot tegenwerkers.